14 april 2022

Gedeputeerde Staten Overijssel: Duidelijkheid en perspectief nodig

In de achterliggende week is er na de publicatie van de hoofdlijnenbrief van minister Van der Wal en het Hoofdlijnendebat LNV veel gebeurd en is de onzekerheid voor agrarisch ondernemers helaas alleen maar toegenomen.  

Samen met alle betrokkenen (agrarische en niet-agrarische ondernemers, gemeenten, waterschappen, natuurorganisaties enz.) werkten we als provincie al ruim een jaar in goed overleg aan plannen om gezamenlijk een aanpak voor de gebieden te ontwikkelen. Plannen waarin de natuurdoelen gerealiseerd worden en tegelijk ook duurzaam perspectief voor de agrarische sector moet ontstaan, oog is voor de sociaal-economische aspecten, de leefbaarheid in de gebieden een impuls krijgt. De hoofdlijnenbrief en het commissiedebat hebben flinke invloed op de bereidheid om gezamenlijk de schouders er onder te blijven zetten. Ik kan me, na de afgelopen jaren van onzekerheid, de teleurstelling bij de agrariërs goed voorstellen. LTO-leden hebben ondertussen besloten om deelname aan de GGA on hold te zetten. Andere organisaties hebben ook nadrukkelijk hun zorgen geuit. En die zorgen deel ik en daar blijf ik ook aandacht voor vragen in overleggen met andere provincies en de ministers.

Duidelijkheid en perspectief ontbreken

De hoofdlijnenbrief benoemt heel veel zaken, maar de gehoopte duidelijkheid en het perspectief ontbreekt. Er wordt geen compleet en duidelijk beeld geschetst van wat er moet gebeuren en wat wel kan. En dat is teleurstellend. Agrariërs snakken naar duidelijkheid en perspectief. Want als de marges in de huidige bedrijfsvoering steeds dunner worden, dan moet er wel zekerheid zijn dat een nieuw bedrijfsmodel wel perspectief biedt. In de gesprekken die ik wekelijks met ze voer op hun bedrijf wordt soms schrijnend duidelijk hoe zeer de onzekerheid over hun toekomst en die van hun gezinnen ze aangrijpt. Dat heb ik de afgelopen dagen ook weer nadrukkelijk ervaren.

Meer aandacht voor boeren die wél door willen gaan

Er is veel aandacht voor de stoppers. De basis onder een gebiedsgerichte aanpak vormt echter het perspectief voor de boeren die wél door willen. Geef hen perspectief en maak duidelijk welke nieuwe structurele verdienmodellen er concreet komen, bijvoorbeeld middels natuurbeheer of vanuit de landbouwtransitie. Niet voor een tijdsbestek van 5 jaar maar liefst voor 20 tot 25 jaar, want dan is er zekerheid om invulling te geven aan die transitie. De hele keten zal moeten bijdragen om een goede structuur te bieden om mee verder te gaan. Pas als dat perspectief er is, hebben agrarische ondernemers ook echt de mogelijkheid om in te spelen op de doelstellingen en te bouwen aan een toekomstbestendig bedrijf met een robuust bedrijfsmodel. Want een brede diversiteit aan agrarische bedrijven hebben we nodig op ons platteland vanwege de leefbaarheid, voedselvoorziening, onderhoud aan het landschap en de bijdrage aan het realiseren van oplossingen voor de verschillende grote opgaven. Daarom vragen we ook expliciet ruimte om in de gebieden juist ook te investeren in het behouden van de sociaal-maatschappelijke rol die agrariërs in de gemeenschappen vertolken: zowel voor de werkgelegenheid, het sociale dorpsleven en de binding tussen haar bewoners. 

PAS-melders moeten gelegaliseerd worden

Een essentieel punt voor de provincie Overijssel is dat PAS-melders duidelijkheid moeten krijgen, waarbij we speciale aandacht vragen voor de PAS-melders waar handhavingstrajecten lopen. De provincie Overijssel dringt er bij de minister op aan om per direct met concrete stappen te komen om het tij te keren en te bewerkstelligen dat de bedrijven die te goeder trouw hebben gehandeld op de kortst mogelijke termijn duidelijkheid wordt geboden. Dit vraagt niet alleen stikstofruimte maar ook zekerheid dat met maatregelen geborgd wordt dat de kwaliteit van onze natuur niet verder achteruitgaat.

Zo doorgaan leidt tot onvoldoende resultaat

Er zijn veel boeren die komende jaren zullen stoppen of afbouwen omdat er geen opvolger is of omdat het perspectief ontbreekt. Ik vind het niet vreemd dat deze groep zich afvraagt welke stoppersregeling voor hen interessant is. Zeker na de uitspraken van de minister zullen zij wellicht denken dat er op termijn misschien wel een aantrekkelijker aanbod komt dan er nu ligt. Terwijl het nu zo belangrijk is om de stoppers en afbouwers te faciliteren omdat we daarmee perspectief kunnen bieden aan de blijvers en de jonge boeren. En daarmee gaat ook ruimte ontstaan om PAS-melders te legaliseren. De tegenvallende resultaten van de opkoopregeling voor varkenshouderijen en de MGO-regeling geven ons de overtuiging dat twee jaar doorgaan op deze weg leidt tot onvoldoende resultaat. Met als gevolg dat de minister over 2 jaar alsnog tot dwingende maatregelen over moet gaan.

Maatwerk is essentieel

Sinds 2013 werken wij samen met 15 partners in Overijssel aan een groot programma voor natuurversterking. Daarin wordt goed samengewerkt met veel organisaties waaronder die uit de  agrarische sector. Voor eigenaren wiens grond en opstallen nodig zijn voor het realiseren van de maatregelen, hanteren wij de uitgangspunten uit de systematiek van de onteigeningwet. Die duidelijkheid helpt om tot afspraken te komen. Niet alleen omdat de waarderingsgrondslagen aanzienlijk ruimer zijn, zonder in ongeoorloofde staatsteun te vervallen. Maar vooral ook omdat dan per eigenaar maatwerk kan worden geleverd door mee te denken en te zoeken naar een passende oplossing.

Creëer fiscale mogelijkheden

Om echt een aantrekkelijk aanbod te kunnen doen aan de stoppers is het in onze optiek ook nodig om aan de fiscale kant ruimte te bieden. Bijvoorbeeld een (gedeeltelijke) vrijstelling van stakingswinst, mogelijkheden om gefaseerd toe te werken naar een beëindiging van de activiteiten of het starten van andere activiteiten op de huidige plek om een inkomen te verdienen. Natuurlijk kan een goede rood-voor-rood regeling ook helpen. Onze oproep aan de minister is om een brede instrumentenkoffer beschikbaar te stellen om maatwerk te kunnen leveren gebaseerd op de menselijke maat. Alleen dan wordt de regeling een succes.

Alle sectoren moeten meedoen

De opgave is groot en raakt in meer of mindere mate iedereen in Nederland. Daarom is ons Overijsselse uitgangspunt dat alle sectoren mee moeten doen om de gezamenlijke (natuur)doelen te realiseren. En die opgave geldt niet alleen voor de agrarische sector! Tegelijkertijd zien we ook dat in het coalitieakkoord al schotten zijn gezet tussen de financiële middelen voor opkoop, afwaardering grond, (technische) innovatie en natuurinclusieve landbouw. Terwijl we geen belang hebben bij afzonderlijke regelingen maar behoefte hebben aan ontschotte middelen zodat we samen met de gebieden naar een passende oplossing kunnen zoeken waarmee de doelen gerealiseerd worden. Een goede en passende oplossing: daar blijven we ons keihard voor inzetten als provincie.

Gedeputeerde Staten Overijssel: Duidelijkheid en perspectief nodig