23 december 2021

Open brief van gedeputeerde aan agrarische sector

Beste Overijsselse boerinnen en boeren,

Aan het eind van het jaar wil ik jullie hartelijk bedanken. Met veel passie, vakmanschap en inzet hebben jullie je in 2021 opnieuw ingezet voor de productie van gezond en betaalbaar voedsel, de leefbaarheid op het platteland, de regionale economie en niet te vergeten het onderhoud van het karakteristieke Overijsselse landschap. Velen van jullie hebben nog andere maatschappelijke diensten geleverd, soms betaald en vaak ook niet betaald. Zoals het bieden van ruimte aan andere inwoners van onze provincie voor dagbesteding op zorgboerderijen, kinderopvang op de boerderij, schoolkinderen kennis laten maken met de boerderij, een werkplek bieden voor een medemens met afstand tot de arbeidsmarkt, aanleg van bloeiende akkerranden, onderhoud van landschapselementen enzovoorts. Daarmee hebben jullie een bijdrage geleverd aan een mooi en waardevol Overijssel.

Mijn plan was om symbolisch enkele agrarische bedrijven te bezoeken en de boer en boerin een blijk van waardering te overhandigen. En op deze manier via hen de hele Overijsselse agrarische sector te bedanken. Helaas lukte dat niet omdat bezoeken niet passen binnen de recent afgekondigde Corona-maatregelen. Daarom deze open brief.

Het jaar 2021 ligt bijna weer achter ons. Een jaar waarin er voor de agrarische sector veel is gebeurd. Een nat voorjaar en zomer die zowel in positieve als negatieve zin gevolgen had voor de opbrengst, prijzen die tegen- of meevielen en niet in de laatste plaats de onzekerheid over alles wat er aan opgaven op het platteland moet landen. In het bijzonder denk ik ook aan hen die te maken kregen met (de gevolgen van) vogelgriep op het eigen bedrijf of een bedrijf in de buurt. Sterkte daarin toegewenst.

Ik vind het mooi om te zien hoe de agrarische sector in Overijssel actief betrokken is en meedenkt met de verschillende verkenningen die uitgevoerd worden rond de stikstofaanpak en herstel van de natuur. Een voorbeeld voor andere sectoren! Voor mij weer een bewijs dat boeren en natuur bij elkaar horen en absoluut geen tegenpolen zijn.

Dat zie ik ook terug in de initiatieven om de biodiversiteit te verbeteren, de weidevogels ruimte te bieden, te werken aan vermindering van de stikstofemissie door managementmaatregelen en het vakmanschap centraal te zetten. Anderen werken op basis van kritische prestatie indicatoren voor duurzaamheid of passen een compleet duurzaamheidsconcept toe. Bijna iedere boer of boerin doet hier op de een of andere manier aan mee. Dat is waardevol! Elk op een eigen manier, passend bij de mogelijkheden van het gebied en de ruimte die er in het hoofd en de portemonnee is. Want de boerenwijsheid geldt nog steeds: ‘Je kunt niet groen doen als je rood staat’.

Vorige week is het langverwachte coalitieakkoord gepresenteerd en is meer duidelijkheid gekomen over de richting en de financiële middelen voor de aanpak van de stikstofproblematiek in combinatie met andere opgaven, zoals water, natuur en klimaat. Dat is nodig. Want mede als gevolg van recente rechtszaken met betrekking tot stikstof en de Wet natuurbescherming wordt vergunningverlening in Overijssel, een agrarische provincie met veel bijzondere natuur, steeds ingewikkelder. De lat is echter wel hoog gelegd met de doelstelling om de stikstofemissie in 2030 met 50% te reduceren. Dat vraagt een enorme inzet van alle sectoren en deze doelstelling zal ook pijn doen.

Wat mij betreft moet het doel zijn om toekomstperspectief te houden voor vitale economische sectoren in Overijssel in combinatie met mooie en waardevolle natuur en karakteristieke landschappen. Daarom ben ik ook blij dat in het regeerakkoord staat dat ecologische analyses het fundament zijn onder de voorgestelde aanpak. Daarmee kunnen we gezamenlijk gerichter sturen op het bereiken van natuurdoelen in plaats van de focus op indicatorwaardes als de KDW (Kritische DepositieWaarde). Daarnaast vind ik het ook positief dat er in het coalitieakkoord nadrukkelijk aandacht is voor het versterken van de positie van de boer in de hele keten. Dat is van cruciaal belang omdat de boer(in) in het algemeen gesproken al lang niet meer beloond wordt voor alle inzet om voedsel of andere waardevolle producten of diensten te produceren. En last but not least blijft vrijwilligheid bij het beëindigen van een agrarisch bedrijf het uitgangspunt.

Voor mij staat als een paal boven water dat boerenbedrijven bij Overijssel horen en dat we een gezonde agrarische bedrijfstak nodig hebben in onze mooie provincie. Ik wil me daarom blijven inzetten om langdurige zekerheid en duurzaam perspectief te bieden aan de boeren die verder willen en de jonge boeren die een bedrijf over willen nemen. Dat gaat ons als samenleving helpen om de verschillende doelen te realiseren. Daarom werken we als provincie ook aan een Overijssels Landbouwperspectief, samen met landbouworganisaties, individuele boeren en boerinnen en andere relevante partijen. We hebben ons provinciale Agro&Food-programma waarmee we duurzame innovaties en nieuwe initiatieven ondersteunen zowel met geld als met kennis en het leggen van verbindingen. Onze Erfcoaches moeten hierbij ook genoemd worden. Zij leveren een waardevolle bijdrage door als een onafhankelijk sparringpartner aan te schuiven aan de agrarische keukentafels om mee te denken in de vragen die daar liggen en te zoeken naar oplossingsroutes. We helpen als provincie de sector ook door verschillende kavelruilprojecten financieel mogelijk te maken. Doel daarvan is om de bedrijfsvoering te verbeteren en tegelijk ook doelen op het gebied van bijvoorbeeld water of biodiversiteit te realiseren. Een mooie win-win situatie.

Landelijke bronmaatregelen en een gebiedsgerichte aanpak zijn noodzakelijk om stikstof, natuur, water en klimaat in samenhang op te pakken. Dat vraagt om maatwerk per gebied waarbij inbreng is voor kennis en creativiteit van ondernemers en inwoners. Die ruimte lijkt het coalitieakkoord ook te bieden. Met een gezamenlijke aanpak, waarbij alle belanghebbende partijen zijn betrokken, hebben we in Overijssel al veel ervaring opgedaan in ons programma voor natuurherstel. Hiermee ligt er een goede basis om in Overijssel met elkaar aan de slag te gaan.

Ik roep het nieuwe kabinet wel op om vaart te maken met het oplossen van de situatie rond de PAS-melders. Veel ondernemers zitten in de knel omdat ze door de uitspraak van de Raad van State in mei 2019 ineens geen passende vergunning hebben. Er moet snel een oplossing komen. Daar hebben we als provincie stevig aan getrokken. Ook in 2022 zal ik me ervoor inzetten om tot snelle en goede oplossingen te komen. Al wil ik er gelijk bij zeggen dat de minister primair verantwoordelijk voor om deze problematiek op te lossen, maar mogelijk kunnen we de nieuwe minister helpen in het belang van onze Overijsselse ondernemers. Wees ervan verzekerd dat dit bij ons hoog op de agenda blijft staan.

Met elkaar in gesprek gaan en gezamenlijk zoeken naar een goede aanpak en doelgerichte oplossingen met duurzaam perspectief voor de agrarische sector. Daar hebben we in Overijssel ervaring mee. Laten we daar dus mee verder gaan. En ja, dan zal het over en weer best wel eens schuren. De wil is er, het besef dat er wat moet veranderen is er en als we elkaars kracht, kennis en ervaring benutten dan gaan we samen de goede stappen zetten.

Ik wens jullie allen met jullie dierbaren van harte goede kerstdagen, een mooie jaarwisseling en een gezegend nieuwjaar toe.

Hartelijke groet,

Gert Harm ten Bolscher

Gedeputeerde Landbouw, Natuur en Vergunningverlening Provincie Overijssel

 

Open brief van gedeputeerde aan agrarische sector