12 september 2014

Schadebestrijding dieren

ZWOLLE - Op woensdag 10 september 2014 werd in de vergadering van Provinciale Staten van Overijssel onderstaand onderwerp m.b.t. het aanpassen Verordening beheer en schadebestrijding dieren in Overijssel   PS/2014/665 behandeld. Tijdens de behandeling van dit onderwerp werd het woord gevoerd door Statenlid Jan Slagman.

Samenvatting van het voorgestelde besluit

Ter uitvoering van het nieuwe Faunabeheerplan 2014-2019 ligt het besluit voor om de Verordening beheer en schadebestrijding dieren in Overijssel te wijzigen.

Het Faunabeheerplan kent een wettelijke looptijd van 5 jaar. Het huidige

Faunabeheerplan 2009-2014 loopt op 31 augustus 2014 af. De Faunabeheereenheid heeft een nieuw Faunabeheerplan opgesteld en wij zijn, na het doorlopen van de openbare voorbereidingsprocedure conform de Algemene Wet Bestuursrecht en na vaststelling van de Verordening door uw Staten, voornemens dit plan goed te keuren, met uitzondering van het onderdeel ‘Rietganzen’.

De provincie is op grond van de Flora- en Faunawet verantwoordelijk voor de bescherming van planten en dieren. De uitvoering van het beheer en schadebestrijding berust bij de Faunabeheereenheid, die met de uitvoering van het Faunabeheerplan zorgdraagt voor het planmatige beheer voor de periode 2014-2019.

De belangrijkste wijziging van het Faunabeheerplan heeft betrekking op het ganzenbeheer. De ganzenpopulatie is de laatste jaren fors gegroeid en daarmee is de schade aan gewassen substantieel toegenomen. Ons doel is om de ganzenpopulatie terug te brengen tot de aantallen van 2005 en daarom willen wij, conform het advies van de Faunabeheereenheid, agrariërs en grondeigenaren de maximale wettelijke ruimte bieden om schade aan gewassen door ganzen te beperken. Uiteraard blijven de instandhoudingsdoelen voor trekganzen daarbij geborgd.

Voor uitvoering van dit beleid is het noodzakelijk dat de Verordening beheer en schadebestrijding dieren wordt gewijzigd om de maximale wettelijke ruimte te bieden om schade aan gewassen te beperken.

Bijdrage jan Slagman

Voorzitter,

Hoewel, volgens het voorliggend stuk niet tot ieders volle tevredenheid, is er nu in Overijssel toch een akkoord m.b.t. het terugdringen van de schade aan de veldgewassen, veroorzaakt door de explosieve toename van ganzen. Gezien de grote schade die al jarenlang door deze ganzen wordt aangebracht, mede tengevolge van hun ongelimiteerde toename, is het naar mening van de SGP-fractie geen overdreven maatregel die door GS voorgesteld wordt.

Sedert 2005 is de schade financieel gezien met 80% toegenomen tot een bedrag van bijna €. 700.000,-- dat in 2013 is uitgekeerd. De SGP-fractie is gelukkig met het voorstel om te gaan beheren en het aantal ganzen terug te brengen naar het peil van 2005.

Uit het voorstel blijkt dat na goede voortgang bij het behalen van de reductiedoelstelling de winterrust en het aanwijzen van rustgebieden weer aan de orde komen. Mijn fractie vindt dit een goede zaak. 

Eveneens is het voor de SGP-fractie een vanzelfsprekende zaak,  om deze procedure jaarlijks te herhalen. Hierdoor wordt ook het aantal van 2005 jaarlijks geborgd.

In het stuk lees ik ook dat samen met de Fauna Beheer Eenheid, de aantallen ganzen en het afschot nauwlettend in de gaten gehouden zal worden.  Een goed preventief en effectief beleid, met daarbij de vinger aan pols, kan in de toekomst  voorkomen dat men weer het veld in moet om te gaan reduceren met de vinger aan de trekker of op een andere manier.

Tijdens een gesprek met een agrariër, na afloop van de commissievergadering m.b.t. dit onderwerp, vertelde deze man mij het volgende: ‘Deze ondernemer heeft overlast van ganzen in zijn gebied. Hij spant zich in om de ganzen zoveel mogelijk te verjagen en vraagt een schadevergoeding aan. In dit gesprek bleek mij pas hoe tijdrovend het is om ganzenoverlast te bestrijden en wat van een agrariër gevraagd wordt om voor schadevergoeding in aanmerking te kunnen komen. Een agrariër met ganzenoverlast moet n.l. kunnen bewijzen dat hij, zeven dagen per week, drie keer per dag in de weer is geweest om de ganzen ter verjagen. Het reguliere werk, waar de agrariër mee bezig is, moet onderbroken worden want hij moet de ganzen gaan verjagen en bewijs verzamelen dat hij dit inderdaad gedaan heeft’.  

Het is heel goed mogelijk, voorzitter,  dat de werkwijze van deze regeling veel agrariërs afschrikt een schadevergoeding aan te vragen. Het niet aanvrage levert zo voordeel op voor de provincie. Dit geeft anderzijds  t.a.v. het uitgekeerde bedrag dan ook een vertekend beeld. De SGP-fractie wil met klem aan bij gedeputeerde aandringen op versoepeling van de werkwijze deze regeling. Kan of wil gedeputeerde ons dit toezeggen?

Voor het overige, vrz., de SGP-fractie stemt in met  dit voorstel.

Antwoord gedeputeerde mevr. Maij:

Met betrekking tot versoepeling van de genoemde regeling kan ik het volgende meedelen: ‘Binnenkort zullen we de uitslag horen van het door de Fauna Beheereenheid gedane onderzoek om procedures te vereenvoudigen’.