2 december 2019
SGP Statenlid Van Dijk en gedeputeerde Ten Bolscher te gast op SGP bijeenkomst te Staphorst.
Donderdag 28 november was er een drukbezochte politieke bijeenkomst in de Pieter Zandt te Staphorst. Deze was georganiseerd door SGP kiesvereniging van Staphorst-Rouveen. Sprekers op deze avond waren Dirk van Dijk (fractievoorzitter SGP in de Provinciale Staten van Overijssel) en Gert-Harm ten Bolscher, gedeputeerde van Overijssel.
Van Dijk mocht het spits afbijten. Hij sprak over het verloop van de laatste coalitieonderhandelingen. Van Dijk: “De onderhandelingen zijn wonderlijk verlopen, Ten Bolscher en ik hebben daar in de leiding van God ervaren. Na de verkiezingen kregen we op een gegeven moment de vraag of we ook zelfstandig mee wilden doen aan verkennende gesprekken met CDA, VVD, PvdA en ChristenUnie. Als SGP waren we zeker bereid om onze verantwoordelijkheid te nemen. Daarna volgden de coalitieonderhandelingen die in een goede en constructieve sfeer verliepen.”
Tijdens de onderhandelingen heeft de fractie waardering en vertrouwen ervaren van overige onderhandelende partijen. Er is afgesproken dat, mochten er principieel gevoelige zaken aan de orde komen, er ruimte is voor de SGP om haar eigen standpunten in te nemen. Het is historisch dat er voor het eerst een gedeputeerde in Overijssel is van SGP-huize.
Aansluitend sprak Ten Bolscher over zijn werk als gedeputeerde. Hij heeft onder andere Landbouw en Natuur in zijn portefeuille. Ten Bolscher sprak vooral over het stikstof-dossier. De afgelopen maanden heeft dat dossier veel tijd gekost, maar dat is het waard, volgens hem. “De opgave van het stikstofprobleem ligt er, dat is een feit. Nederland heeft in het verleden afspraken gemaakt die betrekking hebben op natuur, dat beleid kan niet zomaar teruggedraaid worden. De gevolgen van een te hoge stikstofdepositie zijn zichtbaar in verschillende natuurgebieden. Door de soms enorme overmaat aan stikstof ontstaat in verschillende natuurgebieden een eenzijdige flora van planten die goed gedijen bij hoge stikstofconcentraties, zoals grassen, brandnetels en braamstruiken.”
Heide wordt in rap tempo overwoekerd en worden bos. Hierdoor verdwijnen veel insectensoorten. Als gevolg daarvan hebben verschillende vogelsoorten het ook moeilijk. “Als we hier niets aandoen verdwijnen verschillende unieke natuurgebieden en karakteristieke diersoorten uit Overijssel. Dat strijdt voor mij met het rentmeesterschap en de Bijbelse opdracht om de aarde te bouwen en te bewaren. Daarom vind ik het mooi om vanuit mijn portefeuille een bijdrage te mogen leveren aan het in stand houden van de natuur en tegelijkertijd te zoeken naar mogelijkheden om verantwoord ruimte te bieden aan economische activiteiten. Juist de landbouw heeft al eeuwenlang een geweldige bijdrage geleverd aan de ontwikkeling en het onderhoud van ons landschap. Natuur en landbouw hebben elkaar nodig en kunnen ook goed samen op gaan.”
Helaas kon er niet verteld worden wat de status is van de nieuwe stikstof-beleidsregels, omdat deze medio december gepresenteerd zullen worden. Er is nog volop overleg tussen provincies en ministerie. De inbreng van agrarische organisaties, andere bedrijfstakken, natuurorganisaties en gemeenten is meegenomen in de overleggen tussen de twaalf Provincies en Ministerie van LNV. Uit die overleggen blijkt dat de Overijsselse aanpak waardevolle informatie oplevert die ook daadwerkelijk gebruikt wordt om goede kaders te definiëren voor de nieuwe beleidsregels. De organisaties die deelnemen aan de gesprekken geven ook aan dat ze het erg plezierig vinden om op deze manier de mogelijkheid te krijgen om inzichten en voorbeelden aan te leveren.
De belangstellenden kregen de gelegenheid om vragen te stellen aan Van Dijk en Ten Bolscher. Hier werd ruimschoots gebruik van gemaakt. De belangstellenden kregen niet altijd het gewenste antwoord, maar er was wel wederzijds begrip voor elkaars situatie.
Afsluitend gaf Ten Bolscher aan dat hij zich inzet voor toekomstbestendige bedrijven, dit is onder andere mogelijk door het inzetten van technische/duurzame innovaties en door agrariërs te belonen voor hun inspanningen voor de natuur. “Het is voor mij cruciaal dat de gezinsbedrijven op het platteland en rond de natuurgebieden blijven en dat op die bedrijven ook een goede boterham verdiend kan worden. Niet alleen vandaag, maar ook volgend jaar en als een opvolger het bedrijf overneemt. Alleen dan blijft er een vitaal platteland en dat is ook goed voor de natuur.”
Van Dijk sloot af met: “Het gaat om Landbouw en Natuur, in die volgorde. Beide zijn onmisbaar en kwetsbaar, maar we moeten niet naar beleid waarin planten en dieren beter beschermd gaan worden dan de boer en zijn gezin.”