28 augustus 2013
Vragen SGP over spoorlijn naar Gronau
Vraag 1. Heeft de provincie Overijssel een financiële bijdrage geleverd aan de reconstructie/vernieuwing en het toekomstbestendig maken van het NS-station Enschede?
Antwoord: Ja, de provincie heeft bijgedragen aan de kosten voor het verplaatsen van de Gronau-treinen van perron 5 naar perron 4. De provincie heeft niet bijgedragen aan de reconstructie van het emplacement.
Vraag 2. Zo ja, wat waren dan de voorwaarden waaraan Prorail moest voldoen?
Antwoord: Door de verplaatsing moest de overstapsituatie tussen de Gronau-treinen en de overige treinen worden verbeterd.
Vraag 3. Zijn de genoemde wensen die meerdere keren in de commissie RBROV besproken zijn, door Gedeputeerde Staten kenbaar gemaakt bij de directie van Prorail?
Antwoord: Ja, de wens om in de toekomst te kunnen doorrijden naar Hengelo is meerdere malen met Prorail en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu besproken.
Vraag 4. Is met deze belangrijke en gewenste voorziening, een rechtstreekse verbinding tussen Duitsland en Hengelo, wel of geen rekening gehouden bij de reconstructie van station Enschede?
Antwoord: Door de verplaatsing naar perron 4 staan de Gronau-treinen nu op het juiste spoor om in de toekomst te kunnen doorrijden naar Hengelo. Om daadwerkelijk te kunnen doorrijden zullen de treinen geschikt moeten worden gemaakt om op het Nederlandse spoornet toegelaten te worden.
Vraag 5. Als uw antwoord negatief is waarom is deze belangrijke voorziening dan nu niet aangebracht?
Antwoord: De infrastructuur is op zichzelf geen belemmering voor het doorrijden.
Vraag 6. Als uw antwoord positief is mogen wij dan concluderen dat in de toekomst middels geringe aanpassingen de mogelijkheid aanwezig is de gewenste verbinding tussen Duitsland en Hengelo alsnog te realiseren?
Antwoord: Om te kunnen doorrijden hoeft alleen het thans geplaatste stootblok verwijderd te worden, dat er voor moet zorgen dat niet-toegelaten treinen het Nederlandse spoor op rijden.